Het Rietveld Schröderhuis oogt nog altijd als het modernste huis van de stad. Toch wordt het dit jaar alweer honderd. Dat wordt gevierd met honderd dagen aan activiteiten. Want over het Utrechtse icoon vallen veel verhalen te vertellen. Binnenhuisarchitect Truus Schröder en meubelmaker Gerrit Rietveld dienden in 1924 hun ontwerp in bij de ‘schoonheidscommissie’, zoals de commissie welstand in die tijd heette. Zelf noemde Rietveld het ‘de bouwpolitie’, omdat zijn baanbrekende architectonische ideeën er vaak werden getorpedeerd. Het huis aan de Prins Hendriklaan mag er anno 2024 al modern uitzien, een eeuw geleden sloeg het alles. Het ontwerp wijkt compleet af van het gebruikelijke. Het heeft een plat dak en het wonen vond plaats op de verdieping. De gevels bestaan uit een compositie van dichte en open vlakken. Ook voor het balkon zit een prominent vlak. Dat dient als borstwering en laat het balkon optisch opgaan in de gevel. Het meest opvallende is misschien nog wel het strikte gebruik van de kleuren wit, zwart, grijs, rood, geel en blauw. Ruimte scheppen Voor wie bekend was met het manifestachtige kunsttijdschrift De Stijl, was de verrassing allicht minder groot. Dat blad verscheen sinds 1917 en kunstenaars als Theo van Doesburg en Piet Mondriaan propageerden er een hoge mate van abstractie en het gebruik van primaire kleuren. Voor meubelmaker en architect Gerrit Rietveld lijken de kleuren bijna een bijzaak, als hij later over het Rietveld Schröderhuis vertelt. Hij ziet het als ‘een studie voor het nieuwe’, zegt hij in een interview. ‘Geen studie met massa, maar met ruimte.’ Daarmee bedoelt hij dat je als ontwerper ruimte moet scheppen, geen vorm: het gaat niet om de muren en het plafond, maar om wat daartussen zit. Hij zocht naar manieren om met zo min mogelijk middelen ruimte te scheppen. Zoals zijn hanglamp zonder kap, die met verticale en horizontale buizen toch ruimte afbakent. Tiny house Voor Truus Schröder was het Rietveld Schröderhuis ‘een soort bevrijding’, zou zij later zeggen. Daarmee doelde ze niet alleen op het baanbrekende ruimtelijk ontwerp, maar vooral op de manier van wonen waar dat ontwerp voor bedoeld was. Zij geloofde dat een basale, eenvoudige manier van leven – met weinig spullen, op weinig vierkante meters, één met buiten – je geestelijk op een hoger plan bracht. In de beginjaren woonde ze er samen met haar drie kinderen. Zij hadden ’s nachts eigen kamers, die overdag, als de schuifwanden openstonden, functioneerden als zithoek en muziekkamer. Een flexibel tiny house met multifunctioneel ruimtegebruik, zou je nu zeggen. Op de begane grond waren een atelier en een keuken en had de dienstbode een kamertje. Truus heeft vanaf 1925 tot aan haar dood in 1985 in het Rietveld Schröderhuis gewoond, deels samen met Gerrit. Zij vond het een ‘verrukkelijk huis’. Toen haar werd gevraagd of het niet gecompliceerd was om steeds je woning te moeten ombouwen voor je kon gaan slapen, antwoordde ze: ‘Het ingewikkelde leven is ook niet makkelijk.’ Een van de verrukkelijke ‘gadgets’ van het Rietveld Schröderhuis is bijvoorbeeld het hoekraam dat, eenmaal open, de hoek opheft. Zo wordt de ervaring van openheid nog groter. Geel geschilderd bed Het huis hoort bij de inventaris van het Centraal Museum, het heeft zelfs een eigen inventarisnummer. De museale zorg valt onder de directe verantwoordelijkheid van Natalie Dubois, curator vormgeving en toegepaste kunst. ‘Bij het Centraal Museum houd ik mij ook bezig met middeleeuws glaswerk en zilver miniaturen’, vertelt ze, ‘maar dit is wel het grootste object in de collectie!’ Het Centraal Museum beheert ook het Rietveld Schröderhuis-archief, met zo’n 20 duizend archiefstukken. Natalie: ‘Dat is belangrijk materiaal, ook omdat elke tijd zijn eigen focus, zijn eigen manier van kijken heeft. Op oude foto’s van het Rietveld Schröderhuis kun je door het raam naar het inmiddels sterk veranderde uitzicht kijken, maar ook naar de personen die erop staan of de spulletjes in de vensterbank.’ Natalie en onderzoekers zoals Jessica van Geel, die onlangs een biografie over Truus Schröder schreef, ontdekken steeds iets nieuws, waardoor het beeld steeds completer wordt. Zo valt te reconstrueren dat het huis sinds het bouwjaar 1924 vooral binnen veel veranderingen heeft ondergaan. Het tweepersoonsbed van Truus was bijvoorbeeld aanvankelijk wit, maar daarna geel geschilderd, vertelt Natalie. ‘Truus heeft het in een interview in de jaren 80 eens over haar geel geschilderde bed gehad. Op een zwart-witfoto was te zien dat het bed in elk geval niet wit was, maar het had bijvoorbeeld ook grijs kunnen zijn. Toen we een tekening vonden waarop een pijl naar het bed wees met daarbij het woordje “geel”, plus een isometrische tekening waarop het geel was gekleurd, was dat voldoende bewijs. Het voelt voor mij ook logisch nu, met het gele vlak op de wand en het smalle rode horlogeplankje.’ Werelderfgoed Het Rietveld Schröderhuis is een rijksmonument en sinds 2000 zelfs Unesco-werelderfgoed. Je kunt het tijdens museumuren bezoeken op speciale slofjes, met een audiotour in acht talen. Zelf zagen Gerrit en Truus het architectonische belang van het huis ook al in. De verdieping die ze er in de jaren 30 opzetten, omdat er nu eenmaal gewoond moest worden, haalden ze er twintig jaar later weer af. Ze wilden het huis laten zien zoals het bedoeld was. Zonder elkaar hadden ze het in elk geval nooit kunnen maken, aldus Natalie. ‘Hij had de bravoure, zij het geld. Samen hadden ze de ideeën en het lef. En lef was nodig, want ze deden iets dat niemand ooit had gedaan.’