Als het aan wildplukgids en bioloog Esther de Groot ligt, gaan we, net als in het jager-verzamelaarstijdperk, weer het bos in voor ons voedsel. Want wat is er leuker dan in de natuur op zoek te gaan naar eetbare planten? Willemijn Roodbol, journalist en stadsmens, ging een middagje mee naar Amelisweerd. Regelmatig komt mijn vader trots thuis van vakantie met een zak vol zelf geplukte paddenstoelen. Leuk voor hem, maar ik waag ik me er niet aan. Zelfs als hij ze geplukt heeft met zijn ervaren Franse buurvrouw, vertrouw ik er niet op. Ik loop liever naar de supermarkt voor mijn champignons. Dat hele jager-verzamelaars-idee schrikt mij, als echt stadsmens, af. Extra spannend dus dat ik nu met Esther de Groot de natuur inga op zoek naar een maaltje. Gewapend met een notitieboekje en een ziplockbag kom ik op een mooie zondagmiddag aan op landgoed Amelisweerd. Zodra ons groepje van tien deelnemers compleet is, kan de wildplukwandeling beginnen. Een zakje vol bladeren van daslook is genoeg voor een potje pesto Sleedoornbessenlikeur In tegenstelling tot mij hebben veel deelnemers al voorkennis van eetbare planten en kruiden. Esther neemt ons mee het natuurgebied in en stopt als eerste bij een grote groep daslookplanten. Ze laat het verschil zien tussen het eetbare daslook en het giftige lelietje-van-dalen. In mijn ogen allebei een plantje met witte bloemetjes, maar het verschil zit ‘m in de vorm van die bloemetjes. ‘Weet wat je plukt voor je het eet,’ drukt Esther ons op het hart. Ze legt ons uit waar je het beste kan wildplukken, hoe je moet plukken – de buitenste bladeren eerst – en dat je niet meer moet nemen dan je nodig hebt. Ongeveer een zakje vol bladeren van daslook is genoeg voor een potje pesto, dus daar houden we ons aan. In het begin voelt het een beetje onwennig, maar al snel vult iedereen zijn of haar zakje en gaan we door naar ons volgende ingrediënt op de route, namelijk paardenbloem. ‘De wildplukwandelingen zijn nooit hetzelfde,’ vertelt Esther onderweg. ‘Wat we vinden is afhankelijk van het seizoen, de plek en de bloeiperiode van de verschillende kruiden.’ Als bioloog is ze altijd geïnteresseerd geweest in de natuur om haar heen. Op haar dagelijkse wandelingen tijdens de pandemie ging ze zich meer verdiepen in de planten die ze tegenkwam en wat ze daarmee voor eetbaars kon maken. ‘Behalve met daslookpesto sloeg ik aan het experimenteren met vlierbloesemsiroop en sleedoornbessenlikeur. Sterke smaak Ik neem een hapje van een blaadje daslook. Het smaakt enorm sterk. ‘Dat klopt,’ beaamt Esther. ‘Wilde kruiden hebben een veel sterkere smaak dan gekweekte. En sommige kruiden die hier groeien, vind je niet in de supermarkt.’ Een voorbeeld daarvan is kleefkruid. Dat gooide ik vroeger als kind tegen mijn vriendinnen aan, omdat het zo lekker aan je jas blijft kleven. Maar kleefkruid heeft meer kwaliteiten, zo blijkt. Esther geeft als tip om het samen met een schijfje citroen in je glas water te doen. ‘Een perfect verfrissend zomerdrankje met de smaak van komkommer,’ zegt ze. Onderweg plukken we nog zo’n vijf soorten wilde kruiden, namelijk brandnetel (Urtica dioica), look-zonder-look (Alliaria petiolata), witte dovenetel (Lamium album), zevenblad (Aegopodium podagraria) en madeliefjes (Bellis perennis). Per kruid vertelt Esther de Latijnse naam, hoe het smaakt en welke gerechten je ermee kan bereiden. Kruiden zoals zevenblad en look-zonder-look kun je bijvoorbeeld verwerken in quiches, soep of salades. Dat wildplukken steeds populairder wordt, is volgens haar eenvoudig te verklaren. ‘Mensen worden zich bewuster van de herkomst van voedsel en kopen liever lokaal. Ook vinden ze het leuk om meer te weten over wat er zoal groeit om hen heen. En als je de individuele planten van elkaar kunt onderscheiden, gaat er een hele wereld voor je open.’ Kopje kruidenthee Die wereld gaat inderdaad ook voor ons open. Een uurtje later en met gevulde ziplockbags eindigen we onze wandeling bij een picknickbank. Daar gaan we iets lekkers maken met de ingrediënten die we net hebben geplukt. We verzamelen onze verschillende soorten kruiden en al snel wordt er druk gesneden, gemengd en gesmeerd. Het resultaat: een crackertje met zelfgemaakte daslookpesto en kruidenboter en een kopje kruidenthee. Als garnering legt Esther nog gauw een madeliefje op de crackers. Die zijn blijkbaar ook eetbaar. Met zakken vol kruiden ga ik naar huis. Ik heb veel geleerd deze middag, al durf ik niet te zeggen dat ik alle eetbare plantjes nu kan herkennen. Maar de volgende dag zit ik wel in de zon met een takje kleefkruid in mijn water. Ook een wildplukwandeling maken? estherdegroot.com/wildplukgids @Wildplukken_met_Es