Veel gebouwen in Utrecht hebben een verhaal. Waarvan zijn ze in de voorbije jaren of zelfs eeuwen getuige geweest? Willemijn Roodbol en Feya Hijl zoeken het voor je uit. Deze maand: het Melkhuisje. Verscholen op het terrein van de voormalige Veeartsenijkundige Faculteit, op de hoek van de Poortstraat, vind je het Melkhuisje. De halvemaanvormige ramen doen een voormalige stal vermoeden, maar voor de oorspronkelijke functie van het pand moeten we nog verder terug in de tijd. Op deze plek in Wittevrouwen bevond zich namelijk een voormalige dierenbegraafplaats voor groot vee, zoals paarden en koeien. In 1911 werd er een verbrandingsoven (kori-oven) gebouwd, voor de dieren die stierven op het terrein van de faculteit. Ondanks de hoge schoorsteen was de stank in de nabije omgeving ondraaglijk. De verbrandingsoven ging uiteindelijk de stad uit, en het gebouwtje op het veeartsenijterrein kreeg vanaf 1938 achtereenvolgens de functie van varkensstal en onderzoeksstal voor koeien, die ook gemolken werden. Daaraan dankt het pand de bijnaam ‘het Melkhuisje’: buurtbewoners die het niet breed hadden, mochten er melk komen halen. In 1984 werd het pand verbouwd tot gezinswoning. De eerste bewoners – een gezin met negen kinderen – woonden er tot 2020. Ze kregen het huis toegewezen door de NS, waar de vader voor werkte. Jacobine van Parijs en haar gezin zijn de tweede bewoners van het Melkhuisje. Zij wonen er sinds februari 2021, na een verbouwing van drie maanden waarin het totale huis is gestript. De enorme kelder van zestig vierkante meter is verbouwd tot twee slaapkamers en een badkamer, en ook op zolder zijn twee slaapkamers gerealiseerd. De begane grond bestaat uit een keuken en woonkamer. Buurtbewoners die het niet breed hadden, mochten er melk komen halen Tijdens de verbouwing trof Jacobine in de vloer de oude giergang aan, waarin ooit de koeienmest werd afgevoerd. ‘We hebben hem laten zitten, waardoor de gang in het huis nu iets lager ligt dan de slaapkamers ernaast,’ vertelt ze. ‘Het oude plafond wilden we eigenlijk ook behouden, maar dat kwam helaas vanzelf naar beneden.’ Naast de kleine stalramen zitten er aan de zijkant van het huis grote ramen. Dit waren vroeger de staldeuren voor de dieren. Het is een heerlijke plek om te wonen, vindt Jacobine. ‘Mij krijg je niet meer weg uit het Melkhuisje. Vrijstaand in hartje Utrecht, aan de Grift, met een prachtige tuin. En onze moestuin is wonderbaarlijk vruchtbaar.’ Zou dat te danken zijn aan de oorspronkelijke dierenbegraafplaats?