Kunstenaar Joyce Overheul in het Zocherpark. Markante Utrechters over hun favoriete locatie in de stad. Deze maand: kunstenaar Joyce Overheul in het Zocherpark, bij het standbeeld van verzetsheldin Truus van Lier. Het Zocherpark dus? ‘Ik ga door mijn arbeidsintensieve werk mijn atelier aan de Vlampijpstraat bijna niet uit. En kom daarom vooral op plekken waar ik concreet iets te zoeken heb. Vorig jaar moest ik af en toe in het Zocherpark zijn vanwege mijn standbeeld van de verzetsstrijder Truus van Lier dat daar onthuld werd. Het is een mooi stukje stad dat er dankzij de recente renovatie nog mooier op geworden is. Lekker rustig en groen, maar toch hartje centrum. Als ik ergens in de binnenstad moet zijn, probeer ik er altijd even langs te gaan. Ook om te checken hoe het standbeeld erbij staat. Mensen leggen er verrassend vaak bloemen neer.’ Afknapper? ‘Ik woon om financiële redenen in het goedkopere Nieuwegein, zeg maar: ‘budget Utrecht’. Daarom baal ik ervan dat de nachtbussen – die in coronatijd uit de dienstregeling waren gehaald – niet meer zijn teruggekomen. Terwijl er vooral in het weekend volgens mij nog veel vraag naar is. Zodoende moet ik na het uitgaan nu altijd naar huis fietsen. Als het schijtweer is, vind ik dat echt vervelend.’ Guilty pleasure? ‘Patat met tzatziki van El Greco aan de Ganzenmarkt. Heel erg lekker, maar daarna meur je wel drie dagen uit je mond van alle knoflook. Daarom eet ik het hooguit een of twee keer per jaar. Als ik het vaker zou doen, valt het wat mij betreft ook niet meer in de categorie guilty pleasure.’ Mooiste herinnering? ‘Van 2008 tot en met 2012 heb ik in Utrecht aan de kunstacademie gestudeerd. Dat was een heel fijne tijd. Op vrijdag – het klinkt wel erg kantoorachtig – hadden we altijd vrijmibo op Het Ledig Erf, waar het kleinschalig en knus is. Ook kun je in de horeca daar rustig een goed gesprek voeren, waar ik erg van hou. Totaal anders dan de cafés waar van die emmers bier worden uitgeserveerd en je de stampende muziek tot op straat hoort, maar waar niet wordt gedanst. Daar kan ik niks mee. Tegenwoordig kom ik graag in NAR Café der Kunsten in het Werkspoorgebied, ook omdat dat vlak bij mijn atelier is.’ Pas ontdekt? ‘Als feministisch kunstenaar gebruik ik vaak textiele werkvormen, zoals wandkleden maken en kralen weven. Dat doe ik om de vraag te stellen: waarom worden die niet gezien als kunst, maar als vrouwenhobby? Terwijl het veel vaardigheid vergt en erg arbeidsintensief is. Tijdens al die uren dat ik zit te handwerken luister ik graag naar podcasts, of kijk ik naar een Netflix-serie. De Derry Girls vind ik een aanrader. Het gaat over Noord-Ierse tieners, die begin jaren 90 opgroeien tijdens The Troubles, de burgeroorlog. Te midden van al het drama weten ze zich met snoeiharde humor staande te houden en iets van hun leven te maken.’ Laatste voorstelling? ‘Het concert van zanger-gitarist Eliades Ochoa eind vorig jaar in TivoliVredenburg. Hij was lid van de beroemde Buena Vista Social Club, die traditionele Cubaanse muziek ofwel de son cubano maakte. Het was een heel sfeervol concert en de muziek van supergoede kwaliteit. Qua genre komt die een beetje in de buurt van sommige nummers van de Indigo Bigband, waarin ik voor mijn hobby saxofoon speel.’ Laatst gehuild? ‘Dat doe ik niet zo snel. Maar ik kan wel ontroerd raken. Toen vorig jaar het beeld van verzetsheldin Truus van Lier – die op haar 22-ste door de Duitsers is gefusilleerd – werd onthuld, hadden haar nabestaanden het nog niet gezien. Hoewel ik het niet had verwacht, moesten ze huilen toen het doek eraf ging. Dat raakte me.’ Lekkerste eten? ‘Voor de snelle hap raad ik restaurant Anan aan de Voorstraat aan. Ze hebben daar Vietnamese streetfood: van die kleine gerechtjes met veel verse groentes. Dat klinkt heel hipster, maar het is echt ontzettend goed en lekker. En voor als het wat chiquer mag zijn, vind ik de Watertoren aan het Heuveloord tof. Je wordt er met bijpassende wijnen helemaal in de watten gelegd. Bovendien is het uitzicht – vooral vanaf de bovenste verdieping – geweldig.’ Utrecht in één woord of zin? ‘Thuishaven. Hoewel ik er niet woon, maar er wel werk en er gestudeerd heb. Mocht ik nog eens de loterij winnen, dan koop ik er een vrijstaand herenhuis met enorme tuin. En ga dan vanuit huis werken, in een heel groot atelier.’ Bekijk alle artikelen uit de rubriek ‘Lievelingsplek’ >>>