Hoe was het om een eeuw geleden te wonen en werken in een buurt als wijk c? In het Volksbuurtmuseum leer je daar van alles over. Na een fikse verbouwing gaat het deze maand weer open voor publiek. ‘We trekken de verhalen door naar deze tijd. Wat is veranderd en wat is hetzelfde gebleven?’ Meer dan 250 jaar lang leerden de allerarmste kinderen uit de stad hier lezen en schrijven. Boven de entree prijkt nog de oude naam: Ned. Herv. Diaconieschool. Inmiddels herbergt het pand aan de Waterstraat in Wijk C al dertig jaar het Volksbuurtmuseum. Onlangs onderging het een ingrijpende verbouwing – ‘een metamorfose,’ aldus directeur Lysette Jansen. En inderdaad: wie het museum eerder bezocht, herkent het nu bijna niet meer terug. Het is prachtig opgeknapt en fris geschilderd, er is een heldere route die je langs verschillende thema’s leidt, en met video en audio zijn extra lagen toegevoegd aan het verhaal dat het museum wil vertellen. Lysette: ‘Inhoudelijk is veel hetzelfde gebleven, maar de presentatie hebben we naar een hoger niveau getild.’ Actievoeren Wat is dan dat verhaal van het Volksbuurtmuseum? Daarvoor moeten we terug naar de oprichting, in 1993. Of eigenlijk nog verder, naar de jaren 70 van de vorige eeuw, toen Wijk C bestempeld werd als ‘probleemwijk’. Er was toen al veel gesloopt; in 1939 waren veel woonhuizen afgebroken voor de aanleg van de Jacobstraat. Veertig jaar later wilde de gemeente er uitbreiding van kantoren en winkels en werd de hele wijk genomineerd voor de sloop. ‘Uit verzet daartegen werd het Wijk C Komitee opgericht,’ vertelt Lysette. ‘De voormalige school in de Waterstraat, inmiddels een buurthuis, was de plek waar de leden samenkwamen. Vanuit hier voerden ze succesvol actie voor het behoud van Wijk C.’ Om hun verhaal kracht bij te zetten, maakten de leden van het Komitee foto’s van en in hun wijk om zo hun leefomgeving te documenteren. Later kwamen daar ook de foto’s van feestjes, vrijmarkten, de fanfare, kortom het straatleven bij, die bijdroegen aan een positieve beeldvorming. Ze lieten zien dat een volksbuurt niet gelijk staat aan een ‘asociale buurt’. Wat begon als een fotoverzameling mondde uit in wat nu het Volksbuurtmuseum is. Naast die rijke collectie beschikt het museum over bewegend beeld, gebruiksvoorwerpen, meubels, winkelinrichtingen, schilderijen en heel veel opgetekende herinneringen. Fictieve familie Behalve over Wijk C richt het museum zich steeds meer op de volksbuurt in het algemeen, aldus Lysette. ‘Hoe was het om daar honderd jaar geleden te leven? Daarin verschilt Wijk C niet veel van de Jordaan of de Haagse Schilderswijk. En in de huidige opzet trekken we het verhaal ook door naar onze tijd. Wat is veranderd en wat is hetzelfde gebleven? We laten bijvoorbeeld zien hoe mensen hier begin vorige eeuw woonden, soms met z’n tienen in een armoedig eenkamerhuisje. Maar in zogenoemde reflectiefilms kun je ook horen hoe het nu gesteld is met ons wonen. En dat zoiets als een huizencrisis niet alleen iets van vroeger is.’ Andere thema’s die een rode draad vormen in het museum zijn werken, winkelen en school. De bezoeker maakt kennis met fictieve Wijk C-bewoners: de leden van de familie De Jong. Per thema vertellen ze in video’s hoe hun dagelijkse leven eruitzag. Hoe vader werkte als zakkendrager aan ‘de kaai’ bij Paardenveld, waar schepen werden geladen en gelost. Hoe het dochtertje op de pof boodschappen deed bij de plaatselijke kruidenier. En hoe moeder De Jong haar huishouden uitbreidde naar de straat, waar ze aardappels schilde, de was deed en roddelde met de buurvrouwen. Een extra dimensie geven de geursensaties van weleer. Altijd al willen weten hoe een poepton of wastobbe rook? In de nieuwe opstelling kom je het te weten. Kansengelijkheid Bijzonder is ook de Verhalenkamer, waar oral history centraal staat. Hier hoor je interviews uit de jaren 90 met oude Wijk C-bewoners, die terugblikken op de buurt waar ze zijn geboren en getogen. Ook zijn er actuelere interviews met bewoners van andere Utrechtse volksbuurten. In de Buurtbios is onder meer een film te zien over de Woonschool Houtplein, waar ‘sociaal en economisch zwakke gezinnen’ onder toezicht werden gehuisvest. Lysette: ‘Mensen die hun huishouden niet goed runden, hun kinderen niet goed opvoedden, te veel dronken of hun huur niet betaalden, werden onder curatele geplaatst en woonden daar onder begeleiding. Je kunt je nu niet meer voorstellen dat dat tot de jaren 70 heeft geduurd.’ En dan is er nog de Wijkkast, met historische objecten als de schoenen van de in Wijk C geboren judoka Anton Geesink en het horloge van Louis Hartlooper, die daarmee betaalde voor zijn drankjes in de lokale kroeg. Na de heropening staan er ook tijdelijke tentoonstellingen op de planning. ‘We trappen af met Levensloop, over de kracht van kansen,’ licht Lysette toe. ‘De plek waar je wieg staat heeft veel impact op de kansen die je krijgt. Omdat de buurt een slechte naam had, werden mensen uit Wijk C vroeger geweigerd bij een sollicitatiegesprek, waardoor ze dus op achterstand stonden. Maar kansengelijkheid staat ook nu hoog op de maatschappelijke agenda. In onze expositie vertellen drie Utrechtse families over hun kansen in het onderwijs, de arbeidsmarkt en de huizenmarkt, en welke invloed dat heeft gehad op hun verdere leven.’ Het Volksbuurtmuseum is heropend op 27 december 2023. Zie volksbuurtmuseum.nl Locatie Volksbuurtmuseum Het museum over het leven in de volksbuurt. Bekijk locatie