Hoe komen kunstenaars in de juiste flow om iets fantastisch te fabriceren? Is het bepaalde muziek? Een speciale werkplek? Of is het pure mazzel als alles gaat stromen? Deze maand: acteur en theatermaker Yannick van de Velde. ‘Ik ben allesbehalve rock-‘n’-roll. Ik kom in de flow door regelmaat. Ik schrijf altijd van half tien tot drie uur. Arriveer tijdens het touren immer om vier uur in het theater, ga om vijf uur eten en om kwart voor zeven soundchecken. En tussendoor zo lang mogelijk ontspannen door in een YouTube-fuik te duiken. Filmpjes kijken van een man die in de jungle een ondergronds huis bouwt, bijvoorbeeld. Of van voetballers die in eigen doel schieten. Chillen, om te zorgen dat ik in een optimale staat kom. Het liefst sta ik maar een paar minuten in de coulissen. Als het langer duurt, wordt het publiek een groot monster. En ga ik nadenken. Waar ben ik? Waarom wilde ik dit ook alweer? O god, als het allemaal maar lukt. Je wil mensen een leuke avond bezorgen. Soms gaat het stromen en weet ik precies wat ik aan het doen ben op het toneel, en heb alle touwtjes in handen. Begin dit jaar had ik dat. Stond ik met mijn beste vriend Tom van Kalmthout, de andere helft van Rundfunk, in een uitverkocht Carré. Heel vet. Ik kreeg een mega dankbaar gevoel. En ik was trots. Alsof ik de hele wereld aankon. Maar goed, dat soort momenten zijn zeldzaam. Voor mij is het echt heel belangrijk dat ik ontspannen mijn werk kan doen. Tom en ik hebben daarom alles uitbesteed wat niet te maken heeft met het creatieve proces. Het team regelt de rest. De publiciteit, de afspraken met de schouwburgen. Alles. Natuurlijk kost dat geld. Maar liever dat, dan in een verkeerde energie terecht te komen. Vanwege die behoefte aan ontspanning zitten we in de verzinfase van onze voorstellingen ook nooit in een kantoor. Want op zo’n plek ben je per definitie niet ontspannen. Dat tl-licht. Zo’n koffieapparaat. De hel! Liever werken we twee, drie weken in de lobby van grote, internationale hotels. Zo’n anonieme plek waar veel verschillende werelden samenkomen en je lekker een beetje voor je uit kunt staren. Kunt schaterlachen en kletsen. Tom heeft het altijd over dingen die hem verwonderen, en ik over zaken waar ik woedend van word. Ondertussen drinken we gemberthee, want we moeten als acteur natuurlijk wel op onze stem letten. Af en toe maken we een wandelingetje. Of eten ergens een broodje. Op een gegeven moment hebben we een lijst met ideeën waarvan wij denken dat die leuke scènes kunnen opleveren en gaan daarmee aan de slag. En ja, we ontmoeten elkaar ook in die hotellobby’s om half tien ‘s ochtends. En gaan om drie uur weer weg. Routine werkt echt het beste.’