foto: Annelien Nijland Hoe ziet de stad eruit in tijden van corona? Fotograaf Annelien Nijland legt het dagelijkse anderhalve meter-leven vast. Deel 13: Afstandelijk. foto: Annelien NijlandOp hoeveel manieren kun je aangeven dat mensen uit elkaars buurt moeten blijven? Op talloze manieren, laten Utrechtse ondernemers zien. Op gebiedende toon (‘Hou afstand’), beleefd (‘Beste klant’…’), verontschuldigend (‘Sorry, maar…), met royaal gebruik van leestekens (‘Anderhalve meter!!!’) of met suggesties (‘Tenminste één kruiwagen uit elkaar’). Maar ook woordeloos wordt de boodschap overgebracht, met pijlen, signaaltape, bedrukte deurmatten en krijtkruizen. En natuurlijk met de befaamde ‘wachtstip’ – een van de vele nieuwe termen die de coronacrisis heeft voortgebracht. Net als snotterschaamte, afhaalfile, lockdownparty en coronazi. foto: Annelien Nijland Afstand houden. Het zit niet zo in de aard van de stadsbewoner, die gewend is massaal door de straten te krioelen als mieren door de mierenhoop. We zijn een diersoort die zich in winkels langs elkaar heen wringt, elkaar aan de kant schuift of juist gebroederlijk samen voor de schappen staat. Dat kan nu allemaal niet meer. Wie de curve wil flattenen – nog zo’n woord uit het nieuw virusvocabulaire – blijft keurig op anderhalve meter. foto: Annelien Nijland Het is een tegenstrijdig iets, die sociale afstand. Een contradictio in terminis zelfs, zoiets als een vierkante cirkel. Hoe kun je echt sociaal zijn en tegelijkertijd afstand houden? Sociaal zijn vraagt juist om nabijheid, niet om een deurmat die ‘Anderhalve meter!!!’ schreeuwt. Maar zo lang het virus rondwaart, zit er helaas niets anders op. Zullen we een manier moeten vinden om samen en toch apart te zijn. En vanaf onze wachtstip in de coronarij of afhaalfile toch een afstandsgesprekje zien aan te knopen. foto: Annelien Nijland Gepubliceerd op 22 mei 2020