Hoe komen kunstenaars in de juiste flow om iets fantastisch te fabriceren? Is het bepaalde muziek? Een speciale werkplek? Of is het pure mazzel als alles gaat stromen? Deze maand: theatermaker, acteur, presentator en Wie Is De Mol-kandidaat Nora Akachar. ‘Welke flow wil je het over hebben? Ik ken een workflow, de energieflow, en de laat-mij-met-rustflow. Die laatste heb ik vooral als ik het theater binnenkom. Laat mij dan gewoon maar even rondfladderen. Ik houd er niet van als ik arriveer en drie of vier mensen vragen meteen wat ik wil eten, waar iets moet staan en hoe ze mij kunnen helpen. Hoe lief bedoeld ook, maar ik moet eerst even acclimatiseren. Heb een uurtje nodig om mijn spullen neer te leggen. Om op te laden. Even op te warmen door aan mijn ademhaling te denken en wat rek- en strekoefeningen met mijn lijf en gezicht te doen. De workflow is voor mij bijna als routine. Voor ik ga spelen, loop ik door de zaal. Ga op verschillende plekken op het podium staan om te voelen hoe de zaal voelt. Visualiseer het publiek. Daarna trek ik me terug in mijn kleedkamer. Check mijn script, rust wat uit op de bank terwijl ik focus op de voorstelling. Tegen gebedstijd doe ik een gebedje en daarna ga ik me rustig omkleden. Als mijn crew lekker in de energie zit, ga ik daar automatisch in mee. Als dat een keertje niet zo is, probeer ik die energie op te krikken. Want hé, ons werk is zo fantastisch en leuk, en we krijgen er ook nog voor betaald! Alleen dat al zorgt voor een boost. Op het podium ben ik me heel erg bewust van het publiek. Ze hebben de moeite gedaan om naar het theater te komen, hebben een kaartje gekocht. Dat maakt nederig. En excited. Ik wil ze de avond van hun leven bezorgen. Ik wil knallen! Alles geven, tot de allerlaatste minuut. Ik ga heel goed op het entertainen van publiek, of dat nou op het podium is, of in een andere setting. Ik krijg er energie van. Voor de voorstelling kijk ik al uit naar alle ontmoetingen in de foyer na afloop. Benieuwd naar de reacties en de verhalen. Dat is mijn stip op de horizon. Ik hoop dat andere biculturele Nederlanders zich herkennen in mijn show. En dat ik inzicht geef aan degenen die niet tot die groep behoren, zodat zij ons beter kunnen begrijpen. Als ik terugkrijg dat mijn verhaal herkenbaar is, dat mensen het mooi vonden of nieuwe dingen hebben gehoord, dan geeft dat energie. Daar geniet ik onwijs van. Het is een bevestiging – ik weet weer helemaal waarom ik dit doe. Ik voel dan opluchting, tevredenheid. En thuis volgt de ontlading. Als ik daar door de reacties op Insta scroll, weet ik dat het klaar is. It has happened. Dan heb ik echt geknald.’