Het pand waar ooit het postkantoor en nu bieb Neude in is gevestigd, viert haar eeuwfeest. Het gebouw van architect Joseph Crouwel met beeldhouwwerken van Hendrik van den Eijnde is nog net zo imposant als in 1924. Gids Jan Smits voert journalist Marloes Elings mee langs de verborgen hoekjes. In de reisbibliotheek op de begane grond klopt gids Jan Smits liefdevol op een enorm stuk arduin. ‘Van deze steenklomp is indertijd geen beeld gemaakt. Blijkbaar vonden de bazen van het postkantoor dat niet nodig, omdat hier het personeel werkte.’ Smits aait het Belgische hardsteen en loopt naar de uit hetzelfde steen gehouwen art-deco beelden in de centrale hal. ‘Die zijn wél gepolijst, gezwart en geolied.’ Om vervolgens meteen door te stomen met allerlei feitjes en weetjes over deze beelden. ‘Heb je die jonkies gezien in de buidels van de kangoeroes?’, vraagt Smits. ‘En weet je dat deze beelden heel Egyptisch ogen omdat die stijl hip was in de jaren 20?’ Hij neemt me mee naar de entree van de bibliotheek. ‘Weet je dat die leeuwen van musselkalksteen buiten pas een jaar ná de opening van het postkantoor zijn gemaakt? Het geld was op.’ Hij wijst naar het gebrandschilderde raam boven de entree. ‘Daar was pas in 1931 genoeg geld voor. En zie je dat je niet alleen het wapen van Utrecht erin kunt zien? Maar ook dat van Drenthe, Brabant en Groningen?’ Plastic uilen Jan weet alles over het gebouw dat door Crouwel in de stijl van de Amsterdamse School werd vormgegeven. Of bijna alles. Hij heeft dagen in het Utrechts en Nationaal Archief gezeten om van alles uit te pluizen over het voormalige hoofdpostkantoor. Hij bezocht zowel het Nieuwe Instituut in Rotterdam waar het archief van de architect is ondergebracht als het Drents Museum, waar dat van beeldhouwer Van den Eijnde is opgeslagen. En toch wordt hij soms nog verrast. Zoals een paar weken terug. Wekenlang belde hij stad en land af en sprak met iedereen die meer zou kunnen vertellen over de twee uilen die op de traptorens aan de Oudegrachtkant staan. ‘Ik belde vogelaars, architecten… Echt alles en iedereen.’ Schaterlachend: ‘De uilen blijken van plastic en bedoeld om de duiven te verjagen. Niks architectonische ontdekking.’ Hoogstandje We gaan naar de tweede verdieping. Jan wil zijn favoriete plek laten zien. Twee dames kijken verbaasd op als de gepensioneerde hoogleraar Recht & Technologie op hun bankje klimt en naar buiten gebaart. ‘Kijk hoe prachtig oud en nieuw hier is samengebracht door het gebruik van geprofileerde tegels die alleen aan de buitenzijde zijn geglazuurd waardoor ze in de loop der tijd een rode gloed zullen krijgen. Net zoals de kleur van de oude dakpannen. Echt een hoogstandje.’ Onderweg naar de theaterzaal, bijna boven aan de trap, zegt hij opeens: ‘Kijk nu naar links.’ In het geglazuurde pannendak zie je een glanzende witte dakpan met een Delfts blauwe tekening. ‘Een grapje van de bouwvakkers. Ik wilde natuurlijk weten welke dakpan dat is. Dus heb ik de fabriek in Makkum gebeld. Eerst zeiden ze van niets te weten. Maar nu weet ik dat deze keramische dakpan de F5 is uit de Krijgsknechtenserie.’ We lopen iets verder omhoog, zodat we ook de plastic uilen kunnen spotten. ‘Zie je die varens aan de rand van het musselkalksteen op de traptoren? Dat is de brede eikvaren. Daar zijn er nog maar heel weinig van in Nederland.’ Verborgen luik Terwijl we verder door het gebouw dwalen, wijst hij af en toe op kleine ronde metaalkleurige klepjes in de muur. ‘Sulzer’, staat erop. Jan is verbaasd. ‘Daar heb ik nog nooit naar gekeken. Zal wel een Duits bedrijf zijn dat de centrale stofzuiginstallatie heeft gemaakt. De grote machine stond daar waar nu de Albert Heijn zit.’ Hij kauwt nog even op de naam. ‘Dat ga ik toch nog even uitzoeken.’ De beelden in de hal ogen Egyptisch, want in de jaren 20 was die stijl hip We wandelen op de eerste verdieping langs de balkons rondom de centrale hal. Smits vertelt over de klok die is ontworpen door Crouwel en gemaakt door de Porceleyne Fles uit Delft. Even later lopen we langs een boekenkast waarachter een luik zit dat toegang geeft tot de klok. ‘Iedere zomer- en wintertijd is het weer een tijdrovend klusje om de klok bij te stellen.’ Dan wijst hij naar de gele bakstenen parallelbogen in de centrale hal. ‘Crouwel heeft bijna één miljoen Friese geglazuurde stenen voor de binnenkant van dit gebouw gebruikt. En miljoenen appelbloesemstenen voor de buitenkant.’ Jan is lyrisch over het rijksmomument. Het gebouw veroverde zijn hart toen hij in 1987 van Tilburg naar Utrecht verhuisde. ‘Ik was als zoon van een aannemer meteen gefascineerd dat een gebouw van gewapend beton zoveel grandeur kon hebben. Het vakmanschap spat ervan af.’ De feestelijke activiteiten zijn in het weekend van 10 en 11 augustus, Bieb Neude bibliotheekutrecht.nl/100jaar Locatie Bibliotheek Neude De vestiging van Bibliotheek Utrecht in het voormalige postkantoor aan de Neude. Bekijk locatie