Lezingen
Interview

Doodnormaal

Dood gaan we allemaal. Maar hoe we daarmee omgaan, verandert voortdurend. Cultureel antropoloog dr. Yvon van der Pijl (UU) onderzoekt de rommelige cyclus van leven en sterven waarin de dood afwisselend wordt ontkend, ontdekt, gevierd en vermeden.

Wat beïnvloedt ons begrip van de dood?

‘Ons leven. Bijvoorbeeld aandacht voor sterven in de media of literatuur. Onze opvattingen over het voortbestaan na de dood, wat mensen geloven, maar ook technologische ontwikkelingen. Alles wat van invloed is op onze levens heeft ook gevolgen voor hoe we al dan niet reflecteren op de dood.’

Hoe is dat de laatste decennia veranderd?

‘In de westerse samenlevingen is de dood sinds medio 20e eeuw steeds verder van ons af komen te staan. Veel mensen hebben geen religieus beeld meer bij de betekenis van sterven en een voortbestaan in een hiernamaals. Maar ook door de medicalisering van ziekte en sterven verdween de dood uit het alledaagse leven. Het werd de verantwoordelijkheid van experts en ziekenhuizen. Begraafplaatsen verplaatsten zich naar de randen van onze dorpen en steden, en de dood werd meer een taboe. Maar in de 21e eeuw lijkt het weer wat zichtbaarder te worden, mede door de debatten over euthanasie en de vergrijzende samenleving. En soms stellen media ons zeer expliciet bloot aan allerlei vormen van dood. Denk aan de COVID-pandemie, verdronken migranten en oorlogen.’

De meeste mensen zijn bang voor de dood. Hoe leven we met die angst?

‘Door voortdurend naar vormen van voortbestaan te zoeken. Religieuzen vinden die bijvoorbeeld in een ziel die voortleeft in het hiernamaals of in geesten die zich verenigen met de voorouders. En niet-gelovigen leven voort in de herinnering van anderen, in hun nalatenschap, boeken die ze schreven of kunst die ze maakten. Dat we ons bewust (kunnen) zijn van onze sterfelijkheid, is voor veel mensen een belangrijke impuls om zinvol te willen leven.’

Heeft angst voor de dood ook een economisch aspect?

‘Het op afstand houden of ontkennen van de dood is een privilege. Want voor veel mensen is de dood onvermijdelijk aanwezig. Voor hen die opgroeien in armoede of in een gewelddadige omgeving, of die gedwongen moeten vluchten via gevaarlijke routes.’

Er zijn veel culturele verschillen in afscheid nemen. Waarin lijken we op elkaar?

‘Een overeenkomstig patroon is dat mensen zich letterlijk of symbolisch afscheiden van degene die overleden is. Het moment dat een kist wordt gesloten, in een oven wordt geschoven of in een graf wordt gelaten, is een ritueel voor het verbreken van de banden. Tegelijkertijd willen mensen de overledene ook bij zich houden, bijvoorbeeld met altaartjes, foto’s of as in sieraden. Ook herdenkingsbijeenkomsten komen overal ter wereld voor. We creëren symbolische bestemmingen in onze herinnering of geloven in een hiernamaals of een dodenrijk, waardoor nabestaanden ook weer, uiteindelijk, met een gerust hart kunnen doorgaan met hun dagelijks leven.’

Begraafplaatsen verschoven steeds meer naar de randen van de stad

In Suriname bestaat het gezegde: ‘Waar de dood is, moet ook gelachen worden.’

‘Ja, dat gezegde wordt gebruikt door mensen met een creools Surinaamse achtergrond. Een sterfgeval hoeft niet alleen maar schokkend en verdrietig te zijn. De gedachte is dat de persoon naar een ander, misschien wel beter bestaan gaat. Opvattingen uit het christendom en de winti gaan uit van een hereniging van de geest van de overledene met de voorouders in het dodenrijk en/of hemels bestaan. Daarom hoeft er niet alleen maar verdriet te zijn, maar mag er ook blijdschap zijn. Soms wordt in bijeenkomsten gezongen, gegeten en gedronken en vertelt men elkaar raadsels of grappen. Door interculturele uitwisseling nemen we gebruiken van elkaar over. Het leven van de overledene vieren met foto’s en muziek komt steeds vaker voor. Zeker bij mensen die geen religie of min of meer vastomschreven script hebben.’

Je doet niet alleen onderzoek naar de dood van mensen.

‘De laatste tijd houd ik mij ook bezig met onze relatie met het sterven van niet-menselijke anderen. Hoe verhouden we ons tot een massale uitstervingsgolf? Kunnen we rouwen om het verlies van biodiversiteit?’

Betrekken we dat op onze eigen sterfelijkheid?

‘Dat is de vraag. Wat betekent het als bepaalde soorten niet meer kunnen voortbestaan? Zijn wij als mens ook gedoemd om uit te sterven? Wat betekent het dat soorten verdwijnen waarvan we afhankelijk zijn, zoals insecten? Voor heel veel mensen is het een ver-van-mijn-bed-show; we kunnen het uitsterven van planten- of diersoorten rationaliseren, maar maken het niet invoelbaar. Bepaalde inheemse gemeenschappen voelen zich meer verwant met de planten of dieren in hun omgeving. In West-Papoea beschouwen de Marind de sagopalm als onderdeel van hun gemeenschap. De voedingsrijke palmboomsoort en symbool van vruchtbaarheid wordt bedreigd door grootschalige aanplant van oliepalmplantages, een monocultuur. De gemeenschap rouwt om het verlies van hun natuurlijke omgeving en zet dat om in actie. Op de plekken waar bedrijven oliepalmplantages aanlegden, gingen de Marind sagopalmen planten. En die brachten vervolgens de oliepalm­plantages weer in de verdrukking.’


In De Futuristen: Tussen leven en dood van Studium Generale geeft Yvon van der Pijl een lezing over omgaan met onze eindigheid. Haar verhaal wordt vertaald naar een voorstelling door Nieuw Utrechts Toneel (NUT).

23 april, TivoliVredenburg. Zie tivolivredenburg.nl en sg.uu.nl

Locatie

TivoliVredenburg

In het centrum van Utrecht staat TivoliVredenburg: een uniek uitgaanscomplex dat gebouwd is voor alle soorten muziek en uitgaan.

Bekijk locatie
Mis niks!
Schrijf je in voor de nieuwsbrief! 👇

Meld je aan voor de Uitmail, Kidsmail of Festivalmail.

Aanmelden voor de nieuwsbrief