Nadat ze maanden had geleurd en gesmeekt, ging ik dan eindelijk akkoord met het spelen van een gezelschapsspelletje met mijn vriendin. Exploding Kittens heette het. Wie de kaart met de exploderende kat trekt, explodeert, sterft een tragische dood en verliest. Ik had haar gewaarschuwd, spelletjes doen met mij is niet leuk, maar toch wilde ze het. Ik trok mijn eerste kaart van de stapel: een Exploding Kitten. Dood. Door mijn onderarmen trok een tinteling die aanzwol tot een laaiende woede. Als een dwarse peuter veegde ik het kaartspel van tafel. De rest van de dag had ik nergens meer zin in, geen honger, te chagrijnig om iets te ondernemen. Mijn vriendin gaf het spel een nieuwe naam: Exploding Dennie. ‘Een gezelschapsspel is een spel dat wordt gespeeld voor de gezelligheid, aldus Google. Sfeerverhogend moet het zijn, een prettige en verbindende manier om de tijd te verdrijven met vrienden of familie. Voor mij geldt dat niet. Een gezelschapsspel zuigt wat mij betreft alle sfeer uit de lucht. Dat is altijd al zo geweest, tot groot verdriet van mijn ouders. Kwamen zij aan met Bonte Ballonnen, een spel geïllustreerd door onze eigen Dick Bruna, stonden mijn broer en ik binnen de kortste keren met het schattige speelbord elkaars harses in te slaan. En naarmate ik ouder werd, werd het niet veel beter. Ik heb heus weleens getracht om met Weerwolven mee te doen, maar anders dan mijn medespelers lukt het mij niet om na een superfanatiek potje weer normaal te communiceren. Eerst iedereen uitschelden voor valsspeler en elkaar daarna vrolijk op de schouders slaan: ‘Was leuk, hè?’ Ik kan dat niet. Ook niet bij voetbal trouwens. Als er agressie is opgebouwd op het veld, glijdt die na het fluitsignaal niet van me af. Ik loop dan het veld af, mét die opgekropte agressie, schud geen handjes en ben de rest van de dag niet te pruimen. “Uit frustratie sloop ik het decor en spuw ik Maarten van Rossem in zijn gezicht” Ik vind gezelschapspelletjes niet gezellig, kortom. Ik heb in mijn vorige relatie precies één gezelschapsspelletje gespeeld. Op vakantie. Dat was tevens het einde van de vakantie en bijna van die relatie. Ik liep namelijk kwaad weg. Als een kleine bitch. Al mijn volwassenheid – en de vaste lezers van mijn column weten dat dat niet veel is – ben ik kwijt op zo’n moment. Ik ga stampvoeten en gooien met spullen. Al een keer of vier ben ik gevraagd om deel te nemen aan De Slimste Mens. Zie je het voor je? Dat ik in de eerste aflevering gênant ten onder ga, uit frustratie het decor sloop en Maarten van Rossem in zijn gezicht spuw? Het probleem is natuurlijk dat ik niet tegen mijn verlies kan. Wat is het toch wonderlijk dat ik daar als ‘volwassen man’ nog steeds last van heb. Waarom, vraag ik me af. Dus raadpleeg ik Google nog maar eens. ‘Niet tegen je verlies kunnen is een uiting van diepgewortelde onzekerheid en bewijsdrang,’ lees ik. Maar ook: ‘Hoogbegaafde mensen kunnen slecht tegen hun verlies’. Helaas, dat laatste is het niet. foto: Jelmer de Haas Daan Boom is programmamaker, muzikant en komiek en woont in Utrecht. Hij is presentator van Streetlab en treedt op als rapper The Dean.