Ik en vele mannen met mij op een zekere leeftijd krijgen er op zekere leeftijd mee te maken: een haargrens die langzaamaan wordt opgeknabbeld door de vergankelijkheid. Maar niet alleen extern, ook intern wordt er aan mij gevreten. Ik ben namelijk bij vlagen nogal ijdel. Mijn vriendin betrapt mij regelmatig op zelfkwellerij: dan ziet ze mij voor de spiegel mijn haren naar achteren trekken om te kijken of mijn inhammen in het afgelopen uur dieper zijn geworden. ‘Je kunt ook naar Turkije,’ hoor je weleens. Naar een all inclusive haartransplantatiekliniek, waar ze zonder overleggen je haargrens laten overlopen in je wenkbrauwen en je met verband om je hoofd weer op het vliegtuig naar huis zetten. In plaats daarvan heb ik een afspraak gemaakt bij twee klinieken in Nederland. De eerste oogde chic en steriel. De mevrouw die het intakegesprek hield legde uit dat ze haren aan de achterkant van mijn hoofd eruit zouden halen om die er aan de voorkant weer in te planten. ‘Mag ik even kijken naar je inhammetjes?’ vroeg ze. Ik moest mijn lach inhouden. Ik zag voor me hoe ze gebrieft was om in verkleinwoordjes te praten, om de ijdele man met haarverlies zo min mogelijk te kwetsen. Eigenlijk wat je bij piemels nooit moet doen, maar bij inhammen juist wel: inhammetjes klinkt onschuldig, inhammen als iets gigantisch. Volgens de vrouw was het nog wat te vroeg om veel haar te transplanteren: vijfhonderd grafts (haarzakjes) konden ze in mijn inhammetjes plaatsen. Dat zou dan 3550 euro kosten. Aan de hand van foto’s van een BN’er toonde ze wat ik ongeveer kon verwachten. Het zag er best goed uit, maar ook weer niet zo verbluffend dat ik gelijk enthousiast werd. In de tweede kliniek, die een stukje goedkoper was, ging het wat minder subtiel. Er lag een tijdschrift in de wachtkamer met op de cover een BN’er met een onnatuurlijk rechte haargrens en tevens onnatuurlijk wit gebit. De arts zelf deed het intakegesprek. ‘Ah ja, ik zie het al,’ waren haar eerste woorden. Met een zwarte stift tekende ze een haargrens die ik nooit had op mijn voorhoofd. Ze zouden 1500 drafts voor 2395 euro kunnen zetten. Op de computer liet ze nog even alle BN’ers zien die ze had behandeld. In verwarring liep ik naar buiten. Natuurlijk vind ik dat het leven moet draaien om de acceptatie van ouder worden en niet om het gevecht tegen de vergankelijkheid. Maar mijn haar is mijn hobby en ik zou het jammer vinden als ik het grootste deel ervan verlies. Toch wil ik niet aansluiten in de rij van haartransplantatie-BN’ers. Daarvoor ben ik dan weer te ijdel. Ik heb nog geen definitief besluit genomen. Tot die tijd doe ik mijn uiterste best mijn inhammetjes te omarmen. Daan Boom is programmamaker, muzikant en komiek en woont in Utrecht.